Waarom hein en Bob goede vrienden zijn
Gaat het over hein? Dan duurt het nooit lang voor de naam Bob valt. Logisch, want de twee zijn goede vrienden. Sterker nog: ze hebben een vergelijkbare missie! Maar er is ook een cruciaal verschil. En juist dat verschil… maakt het verschil.
- ‘Wat een flauwekul zeg!’
- ‘Ik ga mezelf toch geen Bob noemen?’
- ‘Dit gaat toch niet werken, en al helemáál niet in de kroeg…’
De reacties waren niet mis toen Bob – of: de Bob – in Nederland werd gelanceerd. Maar wat zien we ruim twintig jaar later? Bijna iedereen weet dat de Bob degene is die geen alcohol drinkt als er nog autogereden moet worden.
Onderzoek van Veilig Verkeer Nederland (2022) laat de volgende cijfers zien:
- Meer dan de helft van de Nederlanders zegt weleens de Bob te zijn.
- 73% laat zich als Bob niet verleiden om alcohol te drinken.
- 80% spreekt de Bob aan als die toch alcohol drinkt.
Indrukwekkend!
Een van de redenen voor het succes van de Bob is dat het een goed 'frame' is. Daarmee hebben we meteen de belangrijkste overeenkomst tussen hein en de Bob te pakken.
Overeenkomst 1: hein en de Bob zijn 'frames'
Een frame is – kort door de bocht – een term die een compleet beeld oproept, een verhaal vertelt of een situatie op een bepaalde manier belicht.
Dankzij de Bob hoef je in een volle kroeg geen uitgebreid gesprek te voeren over wie wel en niet drinkt. ‘Wie is de Bob?’ roepen is voldoende. Eén woord voor een compleet verhaal.
Voor hein geldt hetzelfde. Met dat éne woord ontsluit je een wereld aan regels, afspraken en gedragingen. Vergelijk maar:
- ‘Hé Bart, volgens de voorschriften is een veiligheidsbril hier verplicht. Zou je die niet eens opzetten?’
Of:
- ‘Hé Bart, wat zou hein hiervan zeggen?’
Wie hein eenmaal kent - en dus weet dat hein staat voor 'de verstandige keuze' - heeft aan dat ene woord genoeg om te beseffen dat hij of zij nu echt even op moet letten.
Overeenkomst 2: het zijn allebei namen
Bij hein en de Bob is het frame gekoppeld aan een naam. Daardoor kun je er makkelijk verhalen mee vertellen. Bovendien onthouden mensen namen goed. Én namen zijn kort. Zeker in situaties die om een snelle reactie vragen, is dat wel zo handig.
Voorwaarde is overigens wel dat het frame zorgvuldig wordt geïntroduceerd. Én dat de boodschap vaak herhaald wordt. Maar meer daarover in een ander blog.
Overeenkomst 3: ze zetten je allebei aan het denken
Als je eenmaal weet waar de naam hein of Bob voor staat, word je bijna vanzelf aan het denken gezet wanneer je de naam hoort.
Op zo’n moment neemt je diepere, bewuste brein het denkwerk als het ware over van je snelle, onbewuste brein. Daardoor word je min of meer ‘gedwongen’ om stil te staan bij wat je doet of gaat doen. De kans op een goede beslissing - en het juiste gedrag - wordt daarmee groter.
Wie daar meer over wil weten, raden we het werk van Nobelprijswinnaar Daniel Kahneman aan. Hij maakte het onderscheid tussen deze twee ‘breinen’, die hij Systeem 1 en Systeem 2 noemde:
- Systeem 1: ons snelle en onbewuste brein
- Systeem 2: ons diepe en bewuste brein
Kahneman ontdekte twintig jaar geleden dat we zo’n 92%(!) van onze beslissingen met Systeem 1 nemen. Sommige onderzoekers spreken inmiddels al van 98%.
Meestal laat Systeem 1 ons de goede beslissing nemen, maar bij bepaalde keuzes wil je toch echt dat we die maken met Systeem 2. Bijvoorbeeld als er iets op het spel staat op het gebied van veiligheid, kwaliteit, compliance, je kernwaarden of psychologische veiligheid.
In die situaties kun dus maar beter Systeem 2 activeren. Dat is precies wat het hein-frame doet (net als het Bob-frame). Wie ‘hein’ of 'Bob' hoort, weet: even opletten nu.
Overeenkomst 4: de veilige ‘derde persoon’
Dan de vierde belangrijke overeenkomst: hein en de Bob maken het makkelijker om iemand aan te spreken. Dat doe je namelijk niet rechtstreeks, maar via een ‘derde persoon’: hein of Bob. Daardoor voorkom je een botsing van ego’s.
Vergelijk maar:
- ‘Dat doe je niet slim.’
Of:
- ‘Dat zou je hein anders doen…’
Dat laatste voelt minder bedreigend, toch? Voor beide partijen trouwens: zowel aanspreken als aangesproken worden wordt met hein en de Bob minder confronterend.
Verschil: de Bob heeft geen tegenhanger, hein wel
Wie de Bob is (of aan anderen vraagt wie de Bob is), doet ‘het goede’. Hetzelfde geldt voor hein: ook die staat voor ‘de goede keuze’. Dezelfde missie dus!
Maar in tegenstelling tot de Bob heeft hein een tegenhanger: guus. En guus doet precies het tegenovergestelde van wat hein en de Bob doen: niet ‘de goede keuze’ centraal stellen, maar ‘de onverstandige keuze’.
En dat is niet voor niks…
Altijd maar op de regels (‘het goede’) hameren kan op een gegeven moment namelijk overkomen als drammen:
- Je moet dit...
- Je zult dat...
- Dit zijn nu eenmaal de regels…
Daarmee schiet de ander al snel in de weerstand. Waardoor jij je doel voorbijschiet!
Daarom is guus er. Die staat – kort samengevat – voor de excuses die we verzinnen om toch niet ‘het goede’ te doen. Zoals:
- Veiligheidshelm op? Ach, het-is-maar-voor-even…
- 'Nee' zeggen tegen overwerken? Maar-iederéén-werkt-hier-over
- Iemand aanspreken over ongepaste grappen? Dan-ben-ik-weer-die-zeikerd...
Extra frame
Daarmee hebben we een extra frame, dat ook nog eens dieper ingrijpt op het denken van de ander. Je benoemt als het ware een gedachtekronkel (‘excuus-guus’), zodat de ander die kan ombuigen naar ‘het goede’. Dat noemen we ook wel: guus verstoren en ombuigen naar hein.
Waarom dat handig is? Nou, stel dat je iemand erop aanspreekt dat die de Bob is en je krijgt het volgende antwoord:
- ‘Ah joh, eentje kan ik best hebben hoor. En ik heb bij de shoarmatent een stevige bodem gelegd.’
Dan houdt het gesprek op. Of er ontstaat juist een vervelend gesprek.
Met hein kun je in zo’n situatie terugvallen op guus. Bijvoorbeeld als volgt:
- ‘Volgens mij is dat een guus!’
Waarmee de ander de prikkel krijgt om toch even na te denken en dat ene biertje te laten staan. Oftewel: waar het bij de Bob ophoudt, krijg hein de hulp van guus.
Ambitie
O ja, er is nog een verschil... De Bob is al zó in ons dagelijkse taalgebruik verankerd, dat de term al in het woordenboek staat. Bij hein (en guus) is dat nog niet het geval.
Maar dat is een kwestie van tijd, toch? Wij mikken op 2030. Dan zijn Bob en hein (en guus) helemáál vrienden voor het leven.