Ook op school helpt hein met kiezen

Dit artikel hebben we overgenomen uit 'Hooghuis Magazine'.

Keuzes maken: naar wie luister jij?

In het lokaal van het Titus Tussenjaar op het Titus Brandsmalyceum in Oss hangt een grote cartoon. Daarop staan twee figuren, met daarbij een vraag: ‘Ben jij de held die vragen stelt?’ Die twee figuren zijn hein en guus. Zij helpen de leerlingen om betere keuzes te maken. Superhandig!

Naar een nieuwe school gaan is spannend

Naar een nieuwe school gaan kan heel spannend zijn. Er kunnen dan allerlei vragen door je hoofd spoken. Zoals: wat als ze me niet aardig vinden? En: hoe weet ik of ik het goed doe? Of: zal ik mijn vinger wel of niet opsteken? Daarom is het fijn als je hein en guus kent.

Maar wie zijn dat dan, die hein en guus? Douwe, Jules, Thijl, Ruben en Rick – allemaal leerlingen van het Titus Tussenjaar – leggen het je samen uit.

OK, wie van jullie kan vertellen wie hein en guus zijn?

Douwe: "Het zijn een soort ’stemmetjes’ in je hoofd. Je kunt ze gebruiken als je een keuze moet maken. Aan de ene kant heb je hein. Die vertelt je wat je eigenlijk moet of wil doen. Daar wil je dus het liefst naar luisteren. Maar aan de andere kant heb je guus. Die geeft je excuses om tóch iets anders te doen."

Wie kan daar een voorbeeld bij geven?

Jules: "Je ziet bijvoorbeeld dat iemand wordt gepest. Dan zegt hein dat je voor diegene moet opkomen. Want niemand wil gepest worden! Maar guus zegt dan: pas-op-dat-je-zelf-niet-gepest-wordt. Of: iemand-anders-zal-wel-helpen. Als je dan naar guus luistert, doe je dus niks."

Best irritant dus, die guus. Hebben we die allemaal?

Thijl: "Ja, die hebben we allemaal. En het lastige is dat guus veel harder ‘schreeuwt’ dan hein. En hij geeft je heel veel excuses. Daardoor is het soms lastig om naar hein te luisteren, zelfs als je dat eigenlijk het liefste wil. Door de lessen weten we nu hoe we dat aan kunnen pakken."

Echt? Lukt dat altijd?

Ruben: "Niet altijd. Maar als je eenmaal wéét dat hein en guus er zijn, ga je op ze letten. Als er bijvoorbeeld iemand gepest wordt, luister je misschien eerst even naar guus. Maar daarna denk je ook aan hein. Daardoor wordt het makkelijker om toch voor die ander op te komen."

Maar hoe werkt dat dan in de praktijk?

Jules over zijn allereerste zwemwedstrijd

Wat zei hein?
"Dat het niet erg is om zenuwachtig te zijn. En dat ik dus gewoon naar de wedstrijd moest gaan."

Wat zei guus?
"Dat ik deze wedstrijd best over kon slaan, want: volgende-week-is-er-weer-een-wedstrijd."

En wat deed je toen?
"Ik heb naar hein geluisterd. En een medaille gewonnen!"

Rick over huiswerk maken

Wat zei hein?
"Dat ik lang genoeg had geluierd. En dat ik op tijd met mijn huiswerk moest beginnen."

Wat zei guus?
"Ach joh, je-hebt-nog-een-paar-dagen. En: je-ligt-nu-zo-lekker-in-je-bed."

En wat deed je toen?
"Ik heb nog éven naar guus geluisterd. Want hij had gelijk: het was lekker warm in bed. Maar ik bleef erover nadenken. En na een kwartier ben ik toch aan mijn huiswerk begonnen."

Thijl over de vaatwasser uitruimen

Wat zei hein?
"Dat ik de vaatwasser moest uitruimen, omdat dat mijn taakje thuis is."

Wat zei guus?
"Dat ik best kon wachten, want je-ouders-zijn-toch-nog-niet-thuis."

En wat deed je toen?
"Toen hoorde ik dat mijn vader thuiskwam. Dus toen heb ik het heel snel gedaan. Eigenlijk heeft mijn vader hein dus een beetje geholpen, haha!"

Douwe over de toetsweek

Wat zei hein?
"Dat ik op tijd moest beginnen met leren voor de toetsweek, omdat je dan het beste leert."

Wat zei guus?
"Ach, je-hebt-nog-twee-weken. En: je-snapt-het-toch-allemaal-wel."

En wat deed je toen?
"Nou, eigenlijk had guus best gelijk. Want ik had nog heel veel tijd. En ik snapte de stof ook goed. Maar ik heb toch naar hein geluisterd, en ik ben gaan leren. Achteraf ben ik daar wel blij mee."

Ruben over pesten (een jaar geleden)

Wat zei hein?
"Ik kende hein en guus toen jammer genoeg nog niet. Toen die ander gepest werd, wilde ik eigenlijk wel helpen, maar ik durfde niet.

Wat zei guus, denk je?
"Ik denk bijvoorbeeld: pas-maar-op-want-die-pestkop-is-heel-sterk.

En wat deed je?
"De vorige keer deed ik dus niks. Maar door de lessen heb ik er nu wel over nagedacht. En de volgende keer luister ik naar hein. Dan haal ik er gewoon iemand bij om te zorgen dat het pesten stopt."